Radio Atlantis, waar hoorden we het eerder?
 

Mei 1964 - De gemiddelde radio enthousiast in Vlaanderen en Nederland zal, als de naam Radio Atlantis valt, denken aan de Vlaming Adriaan van Landschoot, die in juli1973 plotseling daar was met zijn radiostation Atlantis. Het verzorgde haar programma’s – via gehuurde zendtijd – vanaf de MV Mi Amigo, het zendschip van de Caroline organisatie.

Vreemd genoeg lijkt het of nooit de vraag is gesteld waarom Van Landschoot koos voor de naam ‘Radio Atlantis’. Maar misschien ligt het antwoord op de vraag in de volgende terugblik naar de maand mei 1964. Het waren de dagen dat zowel Radio Caroline als Radio Atlanta nog maar net in de ether waren vanaf schepen, verankerd voor de oostkust van Engeland.

Radio Atlantis was in die tijd niet op zee maar actief als een landpiraat. Het was Patrick Poot uit Vlaanderen die me begin 2012 een grote enveloppe toestuurde met knipsels en andere herinneringen aan de tijd dat hij de radio intens beleefde en waardoor andermaal een stukje historie kan worden gereconstrueerd.

 
 

Gent - Zoals gesteld was Radio Atlantis als landpiraat in Vlaanderen actief, een verre voorganger van wat later in dat deel van België als ‘Vrije Radiostations’ werd genoemd. Helaas kan niet worden vermeld in welke krant er op die bewuste 28ste mei 1964 is geschreven, slechts de datum werd geannoteerd, terwijl ook de naam van de journalist, F. de Vynck werd vernoemd.

Waarschijnlijk was hij door iemand getipt over de mogelijkheid in contact te komen met iemand of meerdere personen achter Radio Atlantis, want hij meldde dat hij lang en geduldig op zoek was geweest; hij bij toeval in contact was gekomen met de hoofdpersoon achter Radio Atlantis en hem over had gehaald voor een vraaggesprek, waarbij ze hadden afgesproken – met een vleugje romantiek – in een typische zeemanskroeg in de Gentse havenbuurt. De Vynck romantiseerde zijn verhaal met de gedachte dat bij het woord‘piraten’ er vooral herinneringen aan stoere zeebonken, met de klassieke zwarte ooglap, de gouden oorbellen en het houten been en het liefst ook een paar indrukwekkende messen en dito knallers in het geheugen naar boven kwamen.

Hij schreef ondermeer: ‘In onze eeuw van atoomsplitsingen en ruimtevaart schijnen die echter voorgoed zoek te zijn en een etherpiraat – zo moeten wij met een tikje nuchtere ontgoocheling vaststellen – heeft niets van de schrikaanjagende zeerover uit onze jeugdliteratuur te maken. Jammer!’ Velen van zijn lezers hadden de voorafgaande periode al twee keer per week, al dan niet met plezier, geluisterd naar de persoon, wiens schuilnaam op vele lippen in het Gentse lag: ‘twee maal per week dringt hij immers via onze jongen (die immers ook op teenagermuziek is gesteld) met – naar onze mening althans – iets te klankrijke en lawaaierige deuntjes in onze huiskamer binnen.’ Duidelijk dus dat de zoon in Huize De Vynck zijn vader had verteld van zijn ontdekking betreffende de landpiraat Radio Atlantis.

 

Ernstig jongmens - Vervolgens ging de journalist de confrontatie aan en klaarblijkelijk had hij zich een bepaalde voorstelling gemaakt, die niet helemaal uitkwam: ‘geen weelderige Beatlepruik noch excentrieke kleding, maar eerder een ernstig jongmens met een stel verstandige donkere kijkers achter licht getinte brillenglazen.’ Het bleek te gaan om een 23-jarige, jonggehuwde in stofjas gestoken man, van beroep televisietechnicus en voorzien van gereedschap in de zakken van zijn stofjas. Na de ontmoeting in het café aan de haven was het vrij spoedig dat de jonge techneut en de vader journalist op weg waren gegaan naar de plek waar het allemaal, als het ging om Radio Atlantis, gebeurde: ‘Een doodgewone huiskamer in een net huisje ergens in de buurt van de Overpoort in Gent, vol met ingewikkelde toestellen en meetapparaten en een wirwar van draden en snoeren.

’De journalist had hoge verwachtingen over de aanwezigheid van een ‘fameuze’ zender en had klaarblijkelijk een heel groot apparaat verwacht en werd vervolgens geconfronteerd met een aantal kleine toestellen: ‘namen weerklinken die alleen ingewijden iets zeggen en gaat onze zegsman op iets ironische wijze verder: “Allemaal apparaten die door de wet niet als wettelijke zender worden aangezien.” Betreffende apparaten waren al eens in beslag genomen maar toch weer aan de eigenaar teruggeven, omdat ze niet als zender kon worden omschreven.

De journalist had reden om een artikel te schrijven want het was twee jaar geleden dat Radio Atlantis voor de allereerste keer uitzendingen had verricht, echter op een zeer laag vermogen van slechts 2 Watt en een uitzending die slechts bestond uit het uitwisselen van vriendschappelijke boodschappen met een ander radiostation. Op de vraag aan de ‘directeur’ van Atlantis met wie deze uitwisseling dan had plaatsgevonden, werd hem gemeld dat het uiteraard om Radio Atlantis 2 ging. Deze laatste woonde destijds nog steeds in Gentbrugge en had zich dus ook in het geheimzinnige spelletje gestort.

 

Peilwagens - Het was allemaal begonnen met het tijdperk van de zender 6QR7, waaruit later, nadat men zich betere apparatuur kon aanschaffen, uiteindelijk Radio Atlantis was ontstaan, het vermogen was gegroeid maar ook de belangstelling van de rondtoerende peilwagens van de Rijkswacht was toegenomen. Op de vraag of het station ook aanhangers had kreeg hij reactie: “Ongetwijfeld”, klinkt het vastberaden antwoord. En levendig maar zonder evenwel op te scheppen, verwijst meneer Atlantis naar de bijval over een tiental afspraken via de ether gemaakt.’ Zo was er een ontmoetingsplek afgesproken in de zomer aan de Ankerslaan te Gentbrugge, waar buiten verwachting meer dan 200 jonge mensen samen kwamen om van gedachten te wisselen over de uitzendingen, hun wensen naar voren brachten en zelfs hun kritiek niet spaarden omdat de uitgezonden muziek, volgens hen, niet steeds ‘nieuw’ genoeg was.

Uiteraard werd ‘directeur Atlantis’ gevraagd of hij geen gevaar van herkenning en voor alle gevolgen van dien had gevreesd met het organiseren van dergelijke bijeenkomsten: “In het geheel niet, want wie van deze tweehonderd mensen was meneer Atlantis en zijn vriend? Moeilijk uit te vissen, zelfs door speurende waarnemers. Het gesprek ging immers alleen over de kwaliteit van de uitzendingen en over gedachtewisseling in verband met de moderne muziek.”

 

194 meter - Radio Atlantis kon in 1964 met een bepaalde regelmaat worden beluisterd binnen een straal van 40 tot 50 kilometer via de 194 meter dat volgens de initiatiefnemers een zogenaamde vrije golflengte was: “Een golflengte waar wij niemand storen, want wij zijn de eersten om storingen te hekelen en de hoedanigheid van onze uitzendingen trachten wij voortdurend te verbeteren door het aanpassen van de apparatuur.” Ook in Vlaanderen bestaat er een auteursrechtenorganisatie die heel goed de auteurs- en muziekrechten namens de artiesten in de gaten houdt en gelden probeert te innen wegens gedraaide muziek op radio en televisie. Het gaat daarbij om de SABAM. Hoe stond meneer Atlantis tegenover deze organisatie? “Nooit last van gehad. Wettelijk bestaan we immers niet en aldus kunnen we niet in overtreding zijn. Trouwens tot wie zou men zich moeten richten?”

Op de vraag wat voor een genoegdoening deze vorm van radio maken bracht stelde de man achter Radio Atlantis dat het nieuwe er na twee jaar van uitzendingen eigenlijk al weer vanaf was: “Het blijft in de eerste plaats een ontspanning en de bedoeling iets onwettigs te doen bestaat eenvoudig niet.” Het toenmalige Radio Atlantis ging verder dan de achterkamer want men deed bepaalde uitspraken die weer leiden tot de conclusie bij de ondervragende journalist: ‘Uiteraard was het wel aantrekkelijk zich in een waas van geheimzinnigheid te hullen en dit bij zijn paar honderd jongeren aan te dikken door zogenaamde uitzendingen vanop een schip, ergens op het kanaal Gent-Terneuzen met fantasierijke beschrijvingen van wat men zoal te zien kreeg en van ingewikkelde bootapparaten. Een tikje geheimzinnigheid en wat poëzie doen wel goed aan het hart in onze tijden vol rauwe werkelijkheid.’

 

FM? - Uiteraard hing de wetgeving als een zwaard van Damocles boven Radio Atlantis want de wet verbood het bezitten en bedienen van zendapparatuur. In die tijd voornamelijk in het bezit van mensen die in hoofdzaak ontevreden waren door een gebrek aan teenagermuziek en dit gemis wilden aanvullen met hun programma’s. Zo was het Gentse Radio Atlantis in de maand mei 1964 bijvoorbeeld iedere zaterdagmiddag van half 1 tot half 3 en op de zondagen van11 uur in de ochtend tot 2 uur in de middag te beluisteren op de 194 meter.

Als afsluiter werd de ‘directeur Atlantis’ gevraagd wat zijn toekomstplannen waren,’ want jongeren zonder toekomstplannen waren nu eenmaal geen jongeren meer’. Als antwoord werd het plan tot uitzenden via de FM uitgesproken: “Op frequentie modulatie uitzenden. Wij zijn trouwens volop aan het experimenteren maar dit vergt een meer ingewikkelde apparatuur en vooral veel tijd en U kunt zich indenken hoeveel al gemoeid is met de voorbereiding van de uitzendingen.’ Het is mij niet duidelijk of de uitzendingen van deze 1962/1964 uitvoering van Radio Atlantis reden is geweest voor de toen nog zeer jonge Adriaan van Landschoot om in het weekend weg te dromen over de toekomst met de gedachte om ooit nog eens een eigen radiostation te beginnen vanuit internationale wateren en misschien bleef de naam ‘Radio Atlantis’ daarbij wel in gedachten zitten.

 
 
 
 
 
Terugkeren naar de MN home